Zomer 1970. De familie Faldérault bestaat uit vader Pierre, een stereotiep striptekenaar, de hoogzwangere moeder Madeleine en drie kinderen, van 4 tot 10 jaar. In hun Renault 4 op weg naar de Riviera stranden ze halverwege met een kapotte voorruit. Bij een afgelegen boerderij bewoond door twee vrouwen mogen ze, in afwachting van de reparatie, hun tent opzetten. Voor de kinderen is alles nieuw: kat, hond, kippen, een kalkoen, de groentetuin, de bevalling van een geit. De dames verkopen hun producten met succes op de lokale markt. Dat ze elkaar zoenen, vinden de kinderen best spannend. Als de jongste in zijn onschuld tijdens een etentje in het luxe restaurant van een van de beste marktklanten vertelt dat de dames 'omoseksuweel' zijn, stort hun verkoop in. Het op zich best pittige thema van verschillende seksualiteit en discriminatie van lesbiennes wordt heel ongecompliceerd verteld, vergelijkbaar met 'Jan, Jans en de kinderen'. Vrolijke, licht karikaturale tekeningen en tekst- en beeldgrapjes. Met de te vroege, maar goed verlopen geboorte van een zusje is het eind goed, al goed. Zesde deel in de stripserie 'Mooie zomers', vervolg op 'London calling : 1979' (2018)*.